zaterdag 29 september 2012

Elisabeth

Geboren in 1825 in Levenwich is Elisabeth Mouat (Betty) een gewone bewoner van de Shetlands. Haar vader is schoenmaker. Hiervan kan het gezin niet leven, daarom is walvisvaarder zijn tweede beroep. Hij komt om bij een ongeluk in de buurt van Oost-Groenland. De moeder van Betty hertrouwt en ze krijgt een halfbroer.


Betty is niet getrouwd. Ze werkt als hulp in de huishouding. Hard werk, waarbij er ook voor de dieren en voor de turf gezorgd moet worden. Voor meer inkomen breit Betty shawls. Tot zo ver niets ongewoons.

Als Betty 56 jaar is valt zij van een paardewagen en komt met haar voet onder het wiel. Vier jaar later wordt zij getroffen door een beroerte. Dit, in combinatie met de verwonde voet, maakt haar slecht ter been. Daarom moet zij naar een dokter. 
Omdat zij toch naar Lerwick gaat  neemt Betty 40 sjaals mee die de vrouwen in en om Levenwich hebben gebreid. Het is de arbeid van een hele winter en een extra inkomen voor de vrouwen.







 

Het weer is heel slecht op 30 januari 1886. Eigenlijk wil de kapitein James Jamison Betty niet meenemen. Omdat zij naar de dokter moet laat hij haar toch aan boord van de Columbine. De Columbine is de snelboot die vaart tussen Zuid-Shetland en Lerwick.
Aan boord zijn, behalve de kapitein en Betty, de stuurman en een matroos.
Nog maar net buitengaats slaat het noodlot toe. Het grootzeil scheurt. De kapitein en de stuurman proberen het te repareren. Daarbij slaan zij overboord. De stuurman weet zich aan stukken van het zeil vast te houden en klimt terug aan boord. Samen met de matroos laat hij de reddingsboot zakken om de kapitein te zoeken.
James wordt niet gevonden en de Columbine blijkt inmiddels onbereikbaar voor de mannen in het bootje. Om hun eigen leven te redden roeien ze naar de wal.
Betty is nu alleen aan boord.


Er wordt door de rederij direct een grote zoekactie op touw gezet en een bergingsloon van 10 pond uitgeloofd. Het slechte weer maakt zoeken moeilijk. De Columbine wordt niet gevonden. De reder, John Bruce, wil niet opgeven. Hij telegrafeert naar Stavanger met het verzoek of alle (vissers)schepen willen uitzien naar de Columbine.

Betty bevindt zich in de kajuit. Ze heeft voor 3 dagreizen eten meegenomen. Al snel beseft ze dat haar kansen op overleven klein zijn. Ze vindt een trui van de kapitein en trekt die aan om zich warm te houden. De trap is omgevallen en een luik blokkeert de deur, waardoor zij niet naar buiten kan.
Dit luik betekent wel haar redding. Omdat de Columbine stuurloos is wordt Betty heen en weer geslingerd in de kajuit. Zij kan zich vastbinden aan een stuk lijn wat van het luik naar binnen hangt.
Na 6 dagen gaat de wind liggen. Betty klimt op een kist en kijkt naar buiten. Wat zij ziet is niet wat zij verwacht: land met besneeuwde bergen.


In dezelfde periode wacht de Noorse visser Johan Erikson Rekdal uit Lepsøy op beter weer om te gaan vissen. Op 7 februari gaat hij samen met Barnt Rønstad en Paul Hestholm vissen in het fjord. Ze nemen een geweer mee zodat ze misschien nog wat vogels kunnen schieten. Dat is een welkome aanvulling op de dagelijkse kost.

 
Als zij bij het fjord komen zien ze een boot met een gescheurd grootzeil en een kluiver. Door de rare combinatie van zeilen is het schip onbestuurbaar. Het vaart langzaam het fjord in. Door de golfslag in het fjord en het stampen van het schip breekt de mast af. Het schip gaat 'over één oor' en de tuigage ligt langs de mast voor het schip.

De vissers hebben net voor de stranding iemand zien bewegen aan boord. Daarom proberen zij met man en macht op het schip te komen. Dat lukt uiteindelijk via de kluiverboom. De vrouw die zij aan boord vinden is in slechte conditie. Met pijn en moeite wordt zij aan land gebracht. Betty Mouat, want zij is het, wordt na 9 dagen gered.

Betty is nog een week in Lepsøy en vertrekt daarna naar Ålesund. Daar blijft ze vier weken om aan te sterken. Betty laat zien dat zij een echte koopvrouwsgeest heeft. De 40 sjaals die zij bij zich heeft gaan allemaal met haar mee. Van Ålesund reist ze naar Stavanger en van daar via Hull naar Edinburgh.

In Edinburgh staat een enorme menigte haar op te wachten. De belangstelling voor de 40 sjaals is enorm. Betty beseft dat dit breiwerk door haar avontuur enorme waarde heeft gekregen. In die tijd geldt in Schotland het truck systeem. In dit systeem is er sprake van ruihandel. Echter, de winkeleigenaar bepaalt wat er wordt geruild door de sjaals. Dat zijn meestal niet de zaken die de vrouwen écht nodig hebben. Betty verkoopt de sjaals van de andere vrouwen daarom niet. Haar eigen sjaals verkoopt zij aan de sheriff van Edinburgh.


De sheriff is onder de indruk van het vakwerk van dit breiwerk. Hij gebruikt dit vakwerk én de publiciteit rondom Betty's avontuur om de Shetland lace meer bekendheid te geven.
Betty gaat samen met nog 6 breisters enige tijd later naar de Exhibition of Science Art and Industry. Dit is het begin van een periode waarin het truck systeem eindigt en de breisters van Shetland beter betaald worden voor het door hen geleverde (brei)werk.

De informatie is grotendeels afkomstig uit het artikel: Den utrulege reisa til Elisabth (Betty) Mouat. De informatie over het breiwerk uit: Born survivor, Betty Mouat.

De foto's zijn afkomstig uit het archief van het Shetland Museum


2 opmerkingen:

Anoniem zei

Wat een fantastisch verhaal over een bijzondere vrouw! Ik had al genoten van de Engelse uitvoering. Mooi dat je Betty en het beroemde lacewerk in het voetlicht zet! Groetjes!1

Unknown zei

Zo,zo, die Betty!