dinsdag 3 september 2013

Stae m'n musse goed?

In de afgelopen maanden heb is er van bloggen niets gekomen. Dat had ik (gelukkig) laten weten. Ik heb echter niet stil gezeten. Op één van de 'mindere' vakantiedagen (minder weer dan, de vakantie was prima) mag ik bij de moeder van Jeanet op strijkles komen. Niet zo maar strijkles, nee, mutsen strijkles.



Hoewel ik een niet zo grote belangstelling heb voor 'gewoon' strijken is het opmaken van (onder)mutsen iets wat ik al jaren wil leren. Eén van de redenen is deze: in een bekend Nederlands museum werd bedacht dat het een goed idee zou zijn om al hun mutsen te wassen en plat op te bergen. Dat scheelt namelijk een heleboel ruimte. Waar men niet over had nagedacht was dat er niet veel mensen meer zijn die weten hoe je een (onder)muts moet stijven en strijken om ze in hun oorspronkelijke pracht en praal terug te krijgen.
Het museum (ik zal de naam niet noemen) had een groot probleem........

De belangrijkste gereedschappen:
een tafeltje met de nodige lagen molton, flanel en katoen
een gewoon strijkijzer (geen stoom)
een kleurloze kaars



Toen bedacht ik: 'Als er straks niemand meer is die de Zeeuwse mutsen kan opmaken en de kennis en vaardigheid door kan geven, hoe moet het dan verder met de streekdrachten?'
Gelukkig wil de moeder van Jeanet het mij wel leren.

De mutsen zien blauw van het blauwsel.
Na het strijken verdwijnt deze kleur als sneeuw voor de zon. 


Ze heeft de mutsen eerst een morgen laten sudderen in soda met waspoeder. Dan worden de ondermutsen nog eens opgekookt met alleen waspoeder (speciaal pannetje, geen aluminium).
Vervolgens spoelen. In het laatste spoelwater gaat Reckit blauw (wie kent het nog ;-). Gewoon aan de lijn laten drogen met kunststof knijpers. Houten knijpers kunnen bruine plekken achterlaten.
Een bovenmuts gaat eerst in de kookstijfsel. Een ondermuts niet, die kan direct in de rauwe stijfsel. Daarna worden de mutsen in een paar theedoeken gerold. Laat ze zo enkele uren liggen.

Hoewel het principe is dat eerst de binnenkant en dan de buitenkant wordt
gestreken gebeurt dit wel in afwisselende handelingen.


De hoeveelheden stijfsel zijn echt 'fingerspitzengefühl' en worden bovendien aangepast aan de voorkeur van de draagster van de muts.

Dan worden de mutsen gestreken, kies standje 'katoen'. Met het strijken komt de vorm in de muts. Ik mag er ook één proberen. En na 7 mutsen te hebben gezien (en de nodige hilariteit, want de één strijkt rechts en de ander links) lukt het wonderlijk goed. Ha, ik ben best een beetje trots op mezelf.




'Mijn' muts:
De lintjes zitten lang niet aan alle ondermutsen.
Ze moeten wel netjes worden gestreken.
En dan oppassen dat de lintjes door de stijfsel niet in
het tunneltje van de muts blijven plakken.


Dan nog bij elkaar passende krullen zoeken. Dit zijn Arnemuidse krullen. Walcherse krullen hebben een beugel rond het achterhoofd, zo vormen ze altijd een paar.

Net boven de muts ligt een 'streeksel' of 'blesse'.
Een haarstukje voor de dames met minder lang haar.
Zo kun je toch een mooie rol maken.



Mama van Jeanet: dank u wel!

P.s.: waar was die kaars nou voor? Door het stijfsel gaat de strijkbout plakken. Een beetje paraffine doet dan wonderen.

7 opmerkingen:

Anoniem zei

Nou, een bijzonder onderwerp Anna, en zeer actueel! De laatste vrouwen die mutsen kunnen plooien (Walcherse) houden er mee op, dus er valt een enorm gat voor zowel de Streekdrachtverenigingen, de sjeesjesrijdsters en de dames van het koor...
Wij kregen van de kinderen van een overleden boerin een brok gebroken wit 'spul', dat walvisessens (vertaling: walvishersens) genoemd werd. Blijkbaar was dat ook om de mutsen goed te kunnen strijken en te laten glanzen... Wordt vervolgd??

Anna zei

O Lupineke, hoe moet dat nu? Een langette muts strijken en plooien is een heel aparte techniek. Je hebt er tangetjes bij nodig en het is niet te vergelijken met bijvoorbeeld een Arnemuidse bovenmuts.
Iemand een goed idee?

Jeanet zei

Oooooh, wat een leuk verslag van de strijkmiddag bij mijn moeder! Ik ga hier eens navragen naar iemand die de Walcherse muts kan strijken. Groeten!
Jeanet

Het lieve leven... zei

eigenlijk zou er dan een soort cursus moeten zijn waarin je de technieken kunt leren. Misschien zijn er wel mensen die dat wel zien zitten om te leren. Zou toch zó jammer zijn als er over 20 jaar niemand meer is die dat kan! Nú zijn de mensen er nog die het wel kunnen en meestal vinden deze mensen het juist heel fijn om door te geven wat ze zelf niet meer kunnen.

nelleke markesteijn zei

Wat een mooi verslag en een mooi idee van jou ook. Gelukkig zijn er nu nog mensen die het kennen en kunnen. En mensen zoals jij die het willen leren! Prachtig dat weer een onderdeel van oude tradities bewaard kan blijven.
De moeder van Jeanet he! Dus die kan dat strijken ook; heeft het als kind natuurlijk automatisch meegekregen :-).

Anoniem zei

@Petra: het zou zomaar mogelijk kunnen zijn dat we niet eens 20 jaar hoeven te wachten, maar dat het binnen een jaar al een uitgestorven techniek is. Zoals ik het nu begrijp zijn er nog maar enkele mensen die deze techniek beheersen... hoog tijd dus voor een groep die dit oppakt om te bewaren voor het nageslacht!

Het lieve leven... zei

oooh ja, dat zou idd wel heel fijn zijn...je moet er toch niet aan denken...een jaar!Als ik nou een zeeuwse was.....;) lijkt mij echt heel bijzonder om dit te leren.